De Ragdoll wordt zo genoemd omdat - naar men zegt - het dier zich ogenblikkelijk als een lappenpop (Ragdoll) ontspant als het opgetild wordt. Daarnaast zouden katten van dit ras nooit krabben als ze zich in een vervelende situatie bevinden en alles lijdzaam over zich heen laten komen. Een niet raszuivere witte Perzische langhaarpoes was een van de voorouders van de Ragdoll. Deze kat, genaamd Josephine leefde rondom huis en had al een paar nakomelingen. Na een ongeluk kreeg Josephine kittens. Deze kittens hadden allemaal blauwe ogen, lang, niet viltend haar, een liefdevol karakter en bleken zeer groot te worden. Deze kittens trokken de aandacht van mevrouw Ann Baker. Mevrouw Baker begon met een fokkerslijn met een van haar Heilige Birmanen en met Josephine. Het eerste katertje genaamd Raggedy Ann Daddy Warbucks, werd teruggefokt met Josephine. Uit deze kruising werd Raggedy Ann Fugianna geboren. Raggedy Ann Fugianna werd daarna met een Burmees gekruist. De poes uit dit nest werd Buckwheat genoemd. Zij was goed gebouwd, had een dikke vacht, de oren wijd uit elkaar geplaatst en de achterpoten zichtbaar hoger dan de voorpoten. De Ragdolls hebben het bloed van Heilige Birmanen, Perzen, Burmezen en huiskatten.
De officiele Ragdoll Vereniging in Nederland
Hier vind je een verzameling van links naar een heleboel cattery's van Ragdolls!
De ideale Ragdoll is een grote zware kat. Poezen zijn beduidend kleiner. Het kan wel drie tot vier jaar duren eer de Ragdoll zijn definitieve kleuren, vachtpatroon, gewicht en grootte heeft bereikt. De Ragdoll is een krachtige verschijning, stevig en gespierd met wat vetontwikkeling op zijn onderbuik. Oren, masker, voeten en staart moeten donkerder zijn dan de rest van het lichaam en duidelijk van kleur. De poten (behalve de voetjes ) oren, masker en staart moeten goed doorkleurd zijn. De voorvoetjes zien eruit als een witte hand- schoen van gelijke grootte. Ook de achter- voetjes moeten wit zijn, minimaal tot aan de hak en helemaal rond de hak. De kin moet wit zijn en een gebroken of gelijkmatige witte bles op de neus of tussen de ogen. Er moet een witte streep (breedte maakt niet uit) vanaf de kraag tussen de voorpoten door over de buik naar de staartaanzet lopen. Deze streep mag niet onderbroken zijn. Oren, masker en staart moeten goed gekleurd en donkerder zijn dan het lichaam. In het masker moet een omgekeerde 'V' zitten, zo symmetrisch mogelijk. De 'V' mag niet verder doorlopen dan de buitenste rand van de oren. De neusbrug moet roze zijn. Buik, borst en de vier poten en de kraag moeten ook wit zijn. Het wit op de voorpoten moet tot boven de elleboog lopen en bij de achterpoten tot aan de hak.
De Ragdoll heeft een zacht en meegaand karakter. Hij heeft eigenschappen die je eigenlijk aan een hond zou toebedelen, zoals een speeltje apporteren of met een pingpongballetje spelen. Dat zijn dingen die ze graag doen. Ragdoll's zijn aanhankelijk en lopen het liefst heel de dag achter je aan. Een ragdoll kiest hierbij vaak een lid van het gezin uit en volgt die dan ook heel de dag. Niet dat de rest niet interessant zou zijn, die ene is zijn favoriet. Niet alleen erg nieuwsgierig dus, daarbij zijn ze ook nog eens intelligent. Met kinderen kan een Ragdoll goed overweg. Hij blijft rustig en is niet snel van zijn stuk te brengen als de kleintjes dan ook nog eens met hem gaan spelen. De Ragdoll heeft niet veel ruimte nodig en kan ook goed in een appartement of flat wonen. Ruimte om te spelen is wel belangrijk. De Ragdoll is beslist geen slome kat. Ze hebben net als andere soortgenoten een jachtinstinct. Tijdens hun dwaze doluurtjes in huis kunnen ze lekker ravotten. Een Ragdoll is heel erg op zijn baasje gericht en je hebt er daarom een kameraadje voor je leven bij.